Deel L…,oftewel deel 50. 50 stukjes in een paar jaar tijd. Het is een mooi tijdsbeeld geworden van ons avontuur in Nigeria. Ik lees de stukjes af en toe nog wel eens terug. Met name ook omdat ik niet in herhaling wil vallen. Niet alleen voor u als lezer, maar ook omdat ik mezelf er soms op betrap dat ik aan het wauwelen ben als een oude zuurpruim. Ik had (en heb) een enorme hekel aan bepaalde mensen binnen expat-communities. U kent ze wel, hevig zwetend, vooral veel over zichzelf pratend, beetje te dik, te grote speknek, politiek nogal rechts georiënteerd, waarschijnlijk vroeger als laatste gekozen met gym en ineens het grote dametje/meneertje. Nu kent elk samenzijn van groepen dit soort figuren dus dat was enigszins te verwachten.
Wat me reeds opviel tijdens mijn pre-visit naar Nigeria, was het ongekende vermogen van expats tot klagen, gekoppeld aan een soms wat denigrerende houding ten opzichte van Nigeriaanse collega’s en/of personeel. Vooral tijdens het wegspoelen van de 4e Gin&Tonic. Dat die 4e G&T een rekening betekent die gelijk staat aan bijna een weekloon van een gemiddelde Nigeriaan is blijkbaar niet relevant….
Ik heb me toen voorgenomen dat ik dat nooit zou doen. Ik heb mezelf nog vermanend toegesproken in de spiegel en een paar simpele leefregels opgesteld. Leefregels die ook de basis vormen van hoe ik mijn kids opvoed. Mocht u ooit mijn jongste zoon tegenkomen…hij kent ze uit zijn hoofd:
- eerst denken, dan doen
- als je niets aardigs kan zeggen, dan zeg je maar niets
- als het niet van jou is, dan blijf je er vanaf
Vooral regel 2 is in dit opzicht een interessante. Ik heb van thuis uit meegekregen om altijd vriendelijk te zijn en vooral andermans meningen, overtuigingen…etc. te respecteren. Daarnaast dien je ook altijd stil te staan bij het feit dat een ander waarschijnlijk een ander perspectief heeft omdat hij of zij nu eenmaal niet dezelfde opvoeding of mogelijkheden heeft meegekregen. Zo zijn we toch nog bij regel 1 beland en ik neem aan dat ik regel 3 verder niet hoef toe te lichten…al denken Nigerianen daar nog wel eens anders over.
Als ik dan per ongeluk weer eens verzeild raak op één of andere suffe borrel en helaas weer eens tegen zo een speknek aan sta te leunen, dan denk ik altijd terug aan dat momentje voor de spiegel. Ik neem u even mee naar de setting zodat u daar een klein beeld bij heeft. Vaak wordt zo een borrel georganiseerd omdat er in een ver kikkerlandje een activiteitje plaatsvindt van onze koninklijke familie. Er worden dan een paar tafeltjes neergezet, de plaatselijke bierpooier wordt weer eens verleid om gratis pinten uit te delen en de nieuwe expat-aanwas komt strak in pak keurig op het gecommuniceerde tijdstip aankakken. Ikzelf heb ondertussen geleerd dat als er 20:00 op de uitnodiging staat, je prima pas om 21:00 kan arriveren en ik heb al jaren geen pak (laat staan een das) meer aangehad. Is ook niet te doen bij 32 graden, maar dat is wellicht persoonlijk.
Mooi voorbeeld was koningsdag een paar jaar geleden op het Nederlandse consulaat in Lagos. Eerlijk is eerlijk, het consulaat had haar best gedaan om alles goed te verzorgen. Er was zelfs haring ingevlogen met oranje bitter. Dat vind ik in Nederland al niet lekker, maar de geste wordt absoluut gewaardeerd. Ik arriveerde fashionably late omdat ik de speech van de gouverneur van Lagos best wilde missen, maar ook hij had helaas besloten dat de aanvangstijd niet voor hem gold. Voor dat ik het wist stond ik dus met een meurend bordje lauwe vis, gelardeerd met een lichtgevend oranjebittertje in mijn handen aan een formica sta-tafeltje. Ik stond er blijkbaar een beetje verloren bij, want ineens stond er een dame naast me met een Noord-Europees tintje. Type plooirok, blauwe oogschaduw, hoog op de poten, te lang expat-vrouw en een hele grote bek met dito aardappel in het keeltje. Ik had amper de tijd om me netjes voor te stellen want ze moest duidelijk wat kwijt.
De dame in kwestie barste bijna van geluk omdat ze eindelijk weer eens in de bewoonde wereld was. Ze had samen met haar man een paar jaar doorgebracht in, wat ze zelf noemde, ‘God’s shithole‘; te weten het olie&gas-rijke gebied rondom Port Harcourt. Nu verkeer ik ook wel eens in die contreien en er zijn inderdaad leukere plekken, maar zo erg als zij deed voorkomen heb ik het nooit ervaren. Ik was niet bijster geïnteresseerd in haar verhaal, maar een beetje prikken kan geen kwaad, dus ik gaf haar te kennen dat het toch niet zo erg kon zijn als ze deed voorkomen.
Het hek was daarop compleet van de dam en naast alle verhalen rondom de enorme hardship kreeg ik ook nog fijntjes te horen dat klaarblijkelijk alle Nigeriaanse dames achter haar man aan hadden gezeten. Ze had zelfs geëist dat het oliebedrijf waarvoor haar man werkte een andere secretaresse aannam, want de eerste had ook al naar haar Adonis gelonken. Uiteraard was man-lief overstag gegaan en was de eerste secretaresse vriendelijk gevraagd een ander baan te gaan zoeken. Vol trots keek ze me aan alsof ik niets anders kon dan bevestigen dan dat dit is hoe de wereld blijkbaar werkt.
Mijn vraag of ze wist waar die eerste secretaresse dan terecht was gekomen en of er daadwerkelijk bewijs was van het vermeende overspel van haar man, had ik beter voor me kunnen houden. Het gesprek was ineens afgelopen en ze ging op zoek naar een andere gewillig slachtoffer. Ik heb onlangs begrepen dat de beste man in kwestie wederom neergestreken is in Port Harcourt en erg gelukkig is met zijn nieuwe Nigeriaanse vrouw, maar dat terzijde.
Ik kan het deze dame ook moeilijk kwalijk nemen. Vooral de Oil&Gas bedrijven die in Nigeria actief zijn leggen al hun expats behoorlijke beperkingen op. Dat is in Lagos al zo, maar in Port Harcourt is het inderdaad geen pretje. Werken is er voor deze (vaak hoogopgeleide) vrouwen niet bij en veel meer dan het wekelijkse uitje naar de supermarkt en op vrijdag naar de expat golf-, zeil- en/of cricketclub zit er niet in. Die vrijdagavonden zien er ook vaak hetzelfde uit: de mannen bij elkaar die deze avond dan maar aangrijpen om het netwerk te vergroten en de dames die bakkeleien over waar deze week de broccoli in de aanbieding was. In zulke situatie gaan mensen dan ook onderwerpen zoeken om over te praten en helaas ligt klagen dan op de loer. Immers, niets doet je eigen leven mooier voorkomen dan het af te kunnen zetten tegen iets ‘verschrikkelijks’. Het expat leven vereist dus vooral een goede relatie die gebaseerd is rondom het concept ‘wij‘. Samen werken voor de gezamenlijke BV waarin iedere partner haar of zijn rol heeft.
Ik ben in ieder geval erg blij dat ik een groot gedeelte van deze bijzondere periode van 50 stukjes heb kunnen delen met mijn vrouw en kids. De laatste 2 jaar zit ik in mijn eentje in dit wonderlijke land en dat maakt het er niet altijd leuker op. Ik heb gelukkig geen last van lonkende Nigeriaanse dames die mijn interesse weten te wekken, maar dat is compleet het resultaat van een partner die feilloos aanvoelt welke steun ik nodig heb en voor de volle 100% achter mijn keuzes staat.
Dit stukje is dan ook vooral voor mijn eigen expat-vrouw, mijn rots in de branding en mijn G&T-buddy!
Tot volgende maand!